Steeds meer stadsmensen beginnen hun eigen boerderij
Bron: Omroep Gelderland, via NOS
Steeds meer stadsmensen beginnen hun eigen boerderij. In onze provincie zijn tientallen initiatieven waarbij burgers deels eigenaar van een boerderij zijn, of hun eten collectief direct bij de boer kopen.
“Duurzamer leven wordt voor een grote groep mensen steeds belangrijker”, legt Sandra van Kampen uit. Zij deed onderzoek naar de populariteit van lokale voedselgemeenschappen. Zo zijn in Ede, Arnhem en Nijmegen drie initiatieven opgezet om een zogeheten Herenboerderij te starten. Het doel is om met ongeveer 200 mensen een boerderij te kopen of te pachten. De boer die de boerderij gaat beheren, produceert groente, fruit en vlees voor de eigenaren.
Succesvol, maar niet iedereen werkt mee
In Loenen en Apeldoorn is het concept van Herenboeren al succesvol. “En dan heb je ook nog tientallen projecten in Gelderland waarin mensen in een inkoopcollectief samenwerken met boeren”, zegt Van Kampen. “Gelderland loopt als provincie voorop. Ook als je kijkt naar het aantal boeren dat producten direct aan groepen consumenten in de buurt verkoopt.” Gelderland telt momenteel bijna honderd lokale voedselgemeenschappen.
Wel ziet Van Kampen dat niet iedere gemeente even goed meewerkt aan nieuwe initiatieven. “Bij initiatieven voor een Herenboerderij zoeken sommige gemeenten actief zelf mee naar een goede plek. Bij andere gemeenten werkt het proces juist stroperig en traag. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een initiatief voor de Herenboerderij in Ede.”
Bewustwording
“Meer en meer mensen zijn zich bewust van misstanden in ons voedselsysteem”, stelt Van Kampen. “Etiketten in de supermarkt lezen is lastig en dus is het dan ingewikkelder om de voedselvoorziening in eigen hand te nemen. Als je lid wordt van een gemeenschapstuin, sla je al die stappen over. Dan ben je veel directer bezig met een nieuw voedselsysteem.” Ook de behoefte aan gemeenschappelijkheid is volgens de onderzoekster een verklaring voor de populariteit. “Een boerderij voelt meestal als een oase van rust.”
Van Kampen denkt dat het aantal lokale voedselgemeenschappen de komende jaren zal blijven toenemen. “Er is genoeg ruimte voor in ons land. In principe kan elke Nederlander eten van een stuk grond in de buurt. We moeten dan alleen wel onze manier van boeren aanpassen. Nu produceren we nog vooral voedsel voor de wereldmarkt. Dat kan dan niet meer.”